Winterbloemkool

Winterbloemkool
BRASSICA OLERACEA CAPITATA var. MAYFAIR

Een typische winterteelt, waarbij je de kolen plant in augustus om te oogsten in het voorjaar.


Planten
JANFEBMAAAPRMEIJUNJULAUGSEPOKTNOVDEC

Oogsten
JANFEBMAAAPRMEIJUNJULAUGSEPOKTNOVDEC

plantafstand

75 x 60

Buiten

Buiten


Zoals alle kolen, verkiest winterbloemkool een plaatsje in de zon. Het best pas je op voorhand een ruime hoeveelheid organische bemesting toe, die je aanvult met minerale bemesting bij het aanplanten. Na de winter (bij de hergroei) geef je best een extra bemesting.

Winterbloemkool houdt van een humusrijke, vochthoudende en vooral kalkrijke grond.

Zodra de kooltjes groot genoeg zijn om in contact te komen met het licht, moet een blad worden omgeknakt, anders verkleurt de kool.

Het slagen van de teelt heeft veel te maken met het klimaat tijdens de winter. Bij temperaturen lager dan -6 °C dek je de plant best af met bvb een plastiek zeil. Als de temperatuur opnieuw stijgt, dan moet je dat onmiddellijk verwijderen.

Bij winterbloemkool is er minder gevaar voor aantasting door koolvlieg of door rupsen, door het late planttijdstip. Toch plaats je in de eerste maand best nog een koolkraag om de plant te beschermen tegen de koolvlieg. Dat kan een eenvoudig kartonnen schijfje zijn dat je uitknipt en rond de voet van de kool legt. Op die manier belet je dat de koolvlieg haar eitjes kan leggen aan de voet van de plant. Je kan ook as rond de voet van de plant strooien.

Ook de rupsen van het koolwitje kunnen veel schade aanrichten aan de bladeren door hun vraatzucht. Om te vermijden dat het koolwitje haar eieren op de kool legt, kan je insectengaas over de kolen spannen. Maar ook dat is enkel in het begin nodig. Eens we oktober zijn, is het gevaar geweken.

Bij kolen is vruchtwisseling heel belangrijk: plant het liefst slechts om de 4 jaar kolen op dezelfde plaats om knolvoet te voorkomen.

Winterbloemkool oogst je in april en bewaart tot 10 dagen in de koelkast.