De winterspitskool houdt van een plaatsje in de zon. Op voorhand dienen we een ruime organische bemesting toe, bij het aanplanten vullen we aan met een minerale bemesting. Bij de hergroei van de planten na de winter kunnen we opnieuw een extra bemesting toedienen.
Spitskool heeft de voorkeur aan een kalkrijke bodem.De winterspitskool is beter bestand tegen de vorst dan de gewone spitskool en daardoor geschikt voor teelt tijdens de winter, waarbij we in het najaar planten en in het voorjaar oogsten. Bij temperaturen lager dan -5°C dekken we de planten af, bijvoorbeeld met een plastiek zeil. Bij stijging van de temperatuur is het belangrijk dat we de bedekking zo snel mogelijk verwijderen.
Naast deze gewone openluchtteelt is de winterspitskool ook geschikt als weeuwenteelt. Dit wil zeggen dat we de plantjes zaaien in het najaar, waardoor ze al bijna volledig uitgegroeid zijn tot volwaardig plantmateriaal tegen het begin van de winter. Daarna overwinteren we ze in een koude kas. In het voorjaar hebben we dan al volwaardig plantmateriaal en kunnen we erg vroeg in het voorjaar reeds buiten planten.
Alhoewel de koolvlieg minder actief is in het najaar, is het toch nog nodig om een koolkraag aan te brengen, om aantastingen te vermijden.
Ook de rupsen van het koolwitje kunnen nog voor schade zorgen, daarom is een insectengaas in het begin aan te raden. Vanaf oktober is het gevaar voor schade geweken.
Bij koolgewassen is vruchtafwisseling zeer belangrijk om knolvoet te voorkomen.
Winterspitskool bewaart tot 1 week in de koelkast.