Zeer decoratief in de moestuin of op het terras! Een mix van rode en gele druppelvormige pepertjes.
De pepers hebben een milde smaak, we kunnen ze gewoon rauw eten, als snack of als aperitiefhapje. De nasmaak is licht pikant.
| JAN | FEB | MAA | APR | MEI | JUN | JUL | AUG | SEP | OKT | NOV | DEC |
| JAN | FEB | MAA | APR | MEI | JUN | JUL | AUG | SEP | OKT | NOV | DEC |
80 x 40
Serre & Buiten
Vorstgevoelig
De teelt van pepers is vergelijkbaar met die van paprika, maar pepers zijn groeikrachtiger, vooral omdat de vruchtbelasting lager is.
Druppelpepers kunnen perfect in pot geteeld worden. De potkluit mag je niet te diep planten zodat de stengel niet met de teelaarde in contact komt. De grond moet voldoende warm zijn om te planten. Zorg voor een goede organische bemesting. Na de vruchtzetting kunnen we een bijbemesting geven opgelost in het water. Pepers hebben voldoende water nodig, maar mogen niet te nat staan. Dus, niet overdrijven!
Pepers plant je best in tunnel of kas; in warme zomers is het op een zonnig, beschut plaatsje in openlucht ook mogelijk om pepers te telen. Bij teelt in pot moet je regelmatig bijmesten en dagelijks water geven.
Pepers zijn nogal gevoelig voor bladluizen. Het is aan te raden deze onder controle te houden, want bladluizen brengen ook verschillende ziektes over van de ene plant naar de andere en maken de plant zwakker. Natuurlijke vijanden van de bladluizen (lieveheersbeestje, sluipwesp, galmug) kunnen de bladluizen in toom houden indien aanwezig. De bladluizen afspoelen van de bladeren zorgt er ook voor dat ze zich niet te snel uitbreiden. Afspoelen met een aftreksel van brandnetel helpt ook.
Pepers bewaren tot 1 week op een koele plaats bij 10-12 °C.
Druppelpepertjes worden vaak ook ingemaakt in azijn, zo kunnen we ze lange tijd bewaren.
1 cm