Wortelpeterselie is eigenlijk een 2-jarige, maar wordt bijna altijd als 1-jarige geteeld. De plant geeft de voorkeur aan een onbemeste zandgrond. Bemesten tijdens de groei is niet nodig.
De wortels verdragen vorst, we kunnen dus oogsten tot in maart. De wortels kunnen nog enkele dagen bewaard worden in de koelkast, maar beter is dus de plant op het veld te laten staan tot we ze nodig hebben.
Naast de 15 cm lange, witte penwortel kan ook het blad geoogst worden, het blad kunnen we gebruiken zoals de gewone bladpeterselie in de keuken. Oogsten we het blad met mate, dan heeft dit geen gevolgen voor de groei van de wortel.
De wortels zijn rijk aan caroteen, vitamines B2 en C, proteïnen en calcium. De smaak ligt ergens tussen knolselder en peterselie. We kunnen de wortels klaarmaken als groente, of we maken er een lekkere soep mee. We kunnen de wortel ook toevoegen aan stamppot en stoofpotjes. Geraspt is wortelpeterselie lekker in salades en sauzen. Puree met de helft aardappelen, de helft wortelpeterselie is zeker ook het proberen waard.
Het blad kunnen we gebruiken in plaats van bladpeterselie. Het blad heeft bovendien dezelfde medicinale eigenschappen als bladpeterselie. Het bevordert een goede spijsvertering. Het versterkt ons hart en bevordert de menstruatie. Bij jicht en reuma heeft het een heilzame werking doordat het de afscheiding van urinezuur stimuleert.
Het knabbelen op wat peterselie verfrist onze adem.De wortel heeft een vochtafdrijvende en bloedzuiverende werking.