Aardpeer is een winterharde, meerjarige plant. Hij verkiest een plaatsje in de zon, maar ook in de halfschaduw doet hij het goed. Naar bodem toe is de plant niet kieskeurig, wel is het aan te raden bij de aanplant wat goed verteerde stalmest aan de grond toe te voegen. De bodem mag wel niet te nat zijn, anders kunnen de knollen gaan rotten.
Oogsten van de knollen gebeurt vanaf november, of na de eerste nachtvorst en kan de hele winter doorgaan. De plant schiet in het voorjaar opnieuw uit als wat kleine knolletjes overgebleven zijn in de grond.
We kunnen de jonge scheuten die in het voorjaar opnieuw uitschieten bleken door er omgekeerd een bloempot over te plaatsten. Opgelet: we mogen geen 2 keer na elkaar de scheuten bleken anders raken de knollen helemaal uitgeput en sterft de plant af, 1 maal bleken in het voorjaar heeft geen gevolgen.
De knollen van de aardpeer met hun zachte, zoete smaak kunnen op veel manieren bereid worden. We kunnen ze koken (wel niet te lang, anders vallen ze uit elkaar), stomen, roerbakken of frituren (als chips). We kunnen er ook lekkere soep van maken of we voegen aardpeer toe aan stoemp.
Rauw heeft hij een nootachtige smaak en kunnen we hem toevoegen aan salades.
De jonge gebleekte scheuten kunnen we ook eten, bijvoorbeeld in een slaatje of in koude bereidingen.
Het is een zeer gezonde plant, ook voor diabetici. De knollen bevatten inuline, deze wordt niet verteerd, maar gefermenteerd tot voor de dikke darm nuttige zuren, zo wordt de darmflora gunstig beïnvloed. Ook hebben aardperen een positief effect op reuma, jicht en verstopping.