Het telen van deze courge is makkelijk, waarbij een overvloedige bemesting de voornaamste teelttip is. De plant is ideaal om een verloren hoek te vullen en onkruidvrij te houden. Lichtere gronden zijn in het voordeel. Het is aan te raden de grond vochtig te houden.
Onder de vruchten kan men een beetje stro leggen om te vermijden dat de vruchten door contact met de grond rotten.
Echte meeldauw of witziekte uit zich in een wit schimmelpluis boven op de bladeren dat uiteindelijk al de bladeren van onze plant aantast. We kunnen de ziekte vertragen door de aangetaste bladeren te verwijderen. De ziekte bestrijden bij al oude planten is moeilijk. Een aftreksel van heermoes kan de bladeren versterken. Gelukkig begint de ziekte meestal maar op het einde van de zomer (de schimmel houdt van warme dagen en vochtige nachten), wanneer de plant al voldoende vruchten geproduceerd heeft.
De vruchten van de courge longue de Nice kunnen we jong en nog groen oogsten (100-200 gram), in de keuken gebruik je ze dan als courgettes. Of we wachten tot de vruchten helemaal rijp zijn (0,8-1,5 kg) en gebruiken ze dan als butternuts.
Als we ze rijp geoogst hebben, kunnen de vruchten nog een hele tijd bewaren op een koele (8-12°C), droge plaats. Geoogst met de steel er nog aan bewaren ze het langste.
0,2-1 kg