Tiny Tim vraagt een zonnig plaatsje en verdraagt geen vorst, zoals alle andere tomaten.
Water geven gebeurt het best ‘s morgens en niet op de plant, maar aan de voet van de plant. Tomaten groeien op de meeste grondsoorten, maar een goede waterafvoer is belangrijk. Geef vanaf de vruchtzetting wekelijks wat vloeibare mest.
Bij teelt in pot kiezen we voor een potgrond die goed draineert, maar ook niet te snel uitdroogt. Bij voorkeur een potgrond waar klei, turf en witveen in de mengeling zit. Iedere dag moeten we controleren of de grond nog voldoende vochtig is. Water geven doen we tot er water uit de gaatjes onderaan uit onze pot loopt. Geef vanaf de vruchtzetting wekelijks wat vloeibare mest.
Zoals andere aperitieftomaatjes, moet Tiny Tim niet gediefd worden. Bij een te weelderige bladgroei knippen we best wat blad weg.
Bij het vullen van de potten leggen we best onderaan wat brokstukken van gebroken potten. Aardappelziekte of tomatenplaaag kan ook op Tiny Tim voorkomen: er verschijnen dan bruine plekken, zowel op de bladeren en de stengel als op de vruchten. We kunnen dit voorkomen door onze potten niet in de buurt van aardappelen te zetten.
We kunnen de tomaatjes nog een tijdje bewaren tussen 10 en 12 °C.
15 gr