Net zoals peterselie houdt kervel wel van wat schaduw in tegenstelling tot de meeste andere kruiden. Kervel kan wel een beetje vorst verdragen, maar wordt toch meestal éénjarig gekweekt.
Aangezien de blaadjes minder aromatisch zijn als de plant éénmaal gebloeid heeft, is het aan te raden na enkele oogstbeurten opnieuw te planten. De jonge blaadjes zijn het meest aromatisch.
Zaai wat kervel tussen de radijsjes en bonen voor een goede en gezonde oogst. Kervel verjaagt ook de mieren.
Kervel heeft een frisse, delicate peterseliesmaak met boventonen van mirre en anijs. In kleine hoeveelheden versterkt kervel de smaak van andere kruiden. De smaakvolste bladeren groeien in de halfschaduw en worden geplukt vóór de bloei. Deze verse bladeren kunnen toegevoegd worden aan salades, vis, botersauzen, soep, groenteschotels, kip- en eierbereidingen. Voeg kervel pas toe aan het eind van de bereiding om smaakverlies te voorkomen.
Het blad bevat vitamine C, ijzer, caroteen en magnesium. Een kruideninfusie van de kervelbladeren is digestief en helpt bij de afbraak van afvalstoffen. Drink een week lang dagelijks een kopje kervelinfusie als aloude remedie tegen vermoeidheid. Kervel zuivert ook het bloed, zet aan tot zweten en drijft urine af. Het is bijgevolg goed voor wie last heeft van jicht, galstenen, vochtophoping of geelzucht. Let op als je borstvoeding geeft, want kervel werkt zoogremmend.
In gezichtsmaskers zijn de bladeren reinigend en verzachtend. Een aftreksel van kervelblaadjes kun je gebruiken als lotion tegen rimpels of om wonden en huiduitslag te verzorgen.